Navigatie

 

Nabestaanden in conflict

Wie beslist of een overleden persoon wordt begraven of gecremeerd? Regelmatig ontstaan daarover geschillen tussen de erfgenamen. Artikel 18 Wet op de lijkbezorging zegt dat de wens of de vermoedelijke wens van de overledene leidend is. In geval de overledene een testament had gemaakt waarin de ‘lijkbezorging’ is geregeld, is er geen twijfel. Maar als een dergelijk testament ontbreekt, ontstaan er wellicht conflicten tussen de nabestaanden.  

 

Casus

Onlangs kwam een dergelijk conflict tot bij de rechter. Een man was onverwachts overleden. Zijn ex-partner had het lijk aangetroffen. De uitvaartverzorging is vervolgens – in overleg met de ex-partner – door de broer van de overledene geregeld. Aanvankelijk was het de bedoeling de overledene te begraven, maar de broer besloot dat de overledene gecremeerd moest worden.

De ex-partner meende echter dat de overledene de wens had gehad begraven te worden. De broer zou in strijd met de wens van de overledene hebben gehandeld door te cremeren. Dit terwijl eerst een begrafenis was besproken en afgesproken. De ex-partner was bang dat de broer bij het geven van een bestemming aan de as wederom niet zou handelen in overeenstemming met de wens van de overledene. Zij eist vervolgens dat de as aan haar wordt afgestaan.

De broer stelde met zijn beslissing tot crematie wel degelijk in overeenstemming met de wens van de overledene te hebben gehandeld. En verder meende hij ook conform die wens van de overledene te handelen door de as te verdelen over verschillende partijen, waaronder de moeder van overledene.

Oordeel

De rechter was het met de broer eens. De keuze voor cremeren of begraven moet onder grote tijdsdruk genomen worden genomen in een emotioneel belastende periode. Als de overledene geen duidelijke wens hierover kenbaar heeft gemaakt, is er geen tijd voor grondig onderzoek naar de vermoedelijke wens van de overledene. Bij de bepaling van die vermoedelijke wens kan zoveel mogelijk aangesloten worden bij de wensen van de nabestaanden, rekening houdend met hun gevoelens. Normaal gesproken zal dat grotendeels overeenkomen met wat de overledene gewild zou hebben.

In dit geval nam de rechter aan dat de broer van de overledene, bij zijn besluit tot cremeren, meende en ook kon menen dat hij daarmee handelde in overeenstemming met de vermoedelijke wens van de overledene. De rechter zag ook geen aanleiding om te veronderstellen dat de broer bij de bestemming van de as niet zou handelen in overeenstemming met diens vermoedelijke wens.

Vervolgens wijst de rechter de vordering van de ex-partner af. De ‘asbus’ moest worden afgestaan aan de broer, omdat hij opdrachtgever was van de crematie. De rechter is het ook eens met het voornemen van de broer om de as te verdelen over de betrokken partijen.

Slot

Dit soort kwesties doen zich regelmatig voor. De emoties ten gevolge van het overlijden en de korte tijd waarbinnen de lijkbezorging moet worden geregeld, maken dat beslissingen worden genomen waarmee de nabestaanden later niet altijd even gelukkig zijn. In extreme gevallen moet de rechter hierover beslissen. Zo ook in het hier beschreven geval. Soms is een dergelijke rechtsgang onvermijdelijk. De rechter hakt dan de knoop voor de nabestaanden door zoals ook Koning Salomo dat deed en daarmee zullen zij het moeten doen.

Erfrecht is een gebied met veel klemmen en angels. Een goede gids is noodzakelijk! Heeft u te maken met een erfrechtelijk geschil? Neem dan gerust contact met mij op.

mr Jean van Zinnicq Bergmann                                             Van Zinnicq Bergmann Advocaten

Advocaat Erfrecht                                                                    ‘s-Hertogenbosch

 

 

TAGS

Ontvang onze gratis juridische tips
Van Zinnicq Bergmann advocaten publiceert regelmatig een gratis e-mail-nieuwsbrief met daarin juridische tips. Wil je als eerste op de hoogte zijn? Schrijf je nu in!

Nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.