24 november 2015
Sinds de invoering van de WWZ dient een werknemer die op staande voet is ontslagen en dit wil aanvechten, vernietiging van het ontslag te verzoeken bij de kantonrechter binnen twee maanden na de datum van het ontslag. Onder het oude arbeidsrecht (voor 1 juli 2015) had een werknemer zes maanden de tijd de vernietiging van het ontslag in te roepen en dit kon bovendien al door simpelweg een brief aan de werkgever te sturen. Thans dient een werknemer dus binnen twee maanden een verzoek te hebben ingediend bij de kantonrechter. Dit is een behoorlijke verandering en derhalve gaat dit ook nog wel eens mis. Zoals ook in onderhavige zaak.
Casus
Werkneemster is op 15 juli 2015 door werkgever op staande voet ontslagen en werkneemster heeft per brief van 17 juli 2015 tegen het ontslag geprotesteerd. De gemachtigde van werkneemster heeft waarschijnlijk, zoals dat vóór de wetwijziging van 1 juli 2015 altijd ging, per brief van 30 juli 2015 de vernietiging van het ontslag ingeroepen en de werkgever gesommeerd het loon door te betalen. Echter wordt er in deze zaak pas op 18 september 2015 een kort geding dagvaarding aan de werkgever betekend waarin werkneemster vordert, dat werkgever wordt verplicht haar loon door te betalen.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter stelt vast dat werkneemster op grond van artikel 7:681 lid 1 BW de kantonrechter kan verzoeken de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen, maar dat daarbij tevens geldt, dat werkneemster op grond van artikel 7:686a lid 4 BW dat verzoek binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd bij de kantonrechter dient te doen.
Nu de inleidende dagvaarding pas op 18 september 2015 is betekend aan de werkgever stelt de kantonrechter vast dat de vernietiging niet tijdig is ingeroepen en dat ten aanzien van de vervaltermijn de datum van de aanvraag van het kort geding, zoals werkneemster heeft betoogd, niet bepalend is, maar juist de datum van betekening.
Daarbij vermeldt de kantonrechter ook nog dat een vernietiging van de opzegging bij verzoekschrift moet worden ingediend en niet bij (kort geding) dagvaarding. De loonvordering van de werkneemster wordt derhalve afgewezen en daarnaast wordt werkneemster in de proceskosten veroordeeld.
Juridische tip
Let erop dat je als werknemer snel handelt en zo nodig snel juridische hulp zoekt, wanneer je op staande voet wordt ontslagen, gezien de relatief korte termijn die thans geldt. De gevolgen kunnen immers groot zijn. Bovengemelde werkneemster heeft namelijk geen aanspraak op enig loon, zij krijgt ook geen WW-uitkering en tevens is zij in de proceskosten veroordeeld.
Voor vragen of hulp bij een ontslag op staande voet, kunt u contact met mij opnemen.
Joost Hofman